Algemeen

De cavia stamt af van een knaagdier dat in het Zuid-Amerikaanse hooggebergte de Andes voorkomt. Het vrouwtje noemt men een zeugje, het mannetje een beertje. Ze maken veel verschillende geluiden: fluiten, piepen, knorren enz. Veel mensen die een cavia hebben, kennen goed het opgewonden gefluit als ze thuis komen,of als de deur van de koelkast open gaat en er dus voedsel op komst is. Cavia’s worden gefokt in verschillende haarsoorten (gladhaar , borstelhaar en verschillende langharen ) en in meerdere kleuren.

Het zijn vriendelijke dieren, maar soms bij aanraken zijn ze wat nerveus en springerig. Cavia’s zijn groepsdieren, dus kunnen ze beter met meerdere dieren samen gehouden worden, mits de grootte van de kooi hieraan is aangepast; ze gaan lekker tegen elkaar aanzitten. Zeugjes kunnen goed met elkaar overweg, een zeugje en een beertje ook, maar beertjes kunnen onderling nog wel eens vechten. In dat geval is castratie een oplossing.

Huisvesting

De minimale maten voor een kooi zijn 80 x 60 x 35 cm. Soms springen cavia’s niet uit hun kooi, de bovenkant kan dan gewoon open blijven. Als bodembedekking voldoet een dikke laag stro of hooi van een goede kwaliteit, d.w.z. fris-ruikend en niet stoffig. Ze hebben graag een plek waar ze zich kunnen verschuilen, bijvoorbeeld in een omgekeerde schoenendoos of een houten kistje. De ideale omgevingstemperatuur is 20 °C. Cavia’s kunnen niet goed tegen overmatige warmte; zet ze dus niet in de zon. Er moet altijd fris drinkwater zijn.

ha lekker, zo'n dak boven mijn hoofd

ha lekker, zo’n dak boven mijn hoofd

Loslopen in huis: een cavia is een knaagdier, dus pas op met electriciteitsdraden, planten e.d. Ze zijn niet zindelijk; overal laten ze plasjes en keuteltjes achter. Pas op voor tocht! Cavia’s zijn gevoelig voor een longontsteking.

Voeding

Een belangrijk onderdeel van de voeding is een goede vitamine C voorziening; de cavia kan, net als de mens, niet zelf vitamine C aanmaken, de meeste andere dieren kunnen dat wel.

  • dagelijks groenvoer (andijvie, boerenkool, paardenbloemblad, weegbree en gras), appel , sinaasappel of ander fruit;
  • Voldoende ruwvoer (goede kwaliteit hooi);
  • 25 gram korrelvoeding per kilo lichaamsgewicht per dag in een hooggeplaatst stenen bakje;
  • Liever geen gemengd voer;
  • Dagelijks vitamine C door elke dag ½ tabletje van 25 mg in te geven, of via een caviakorrel waarin extra vitamine C zit; Drachtige en herstellende dieren hebben een dubbele dosering nodig.
  • Altijd fris drinkwater.

Cavia’s eten een deel van hun keuteltjes op. Deze zachte keutels, ook wel coecotrofen genoemd, bevatten veel vitamines; ze eten ze vele malen per dag.

Voedingsfouten:

  • Te weinig ruwvoer;
  • Te weinig vitamine C geeft pijn in de gewrichten, verlammingen en uiteindelijk sterfte;
  • Te grote voederwisselingen geven maagdarmklachten en diarree; spreidt voederwisselingen geleidelijk uit over een of twee weken;
  • Te veel korrelvoeding leidt tot vetzucht en tot te weinig ruwvoeropname;
  • Een te laag staand voederbakje wordt bevuild met ontlasting en urine;
  • Het verdient aanbeveling om een drinkbakje te gebruiken; bij drinken uit een fles slikken ze teveel lucht in.

Voortplanting

Een cavia kan gedekt worden als ze 5 maanden oud is, maar ze is al vruchtbaar na 35 dagen.De draagtijd is 65 – 70 dagen. De jongen kunnen direct na de geboorte al lopen en zelfstandig eten, het zijn nestvlieders. Ze moeten echter wel minimaal 3 weken bij de moeder kunnen drinken. Op een leeftijd van 5 weken moeten de mannetjes en vrouwtjes gescheiden worden.

De geslachtsopening is bij het vrouwtje Y-vormig en bij het mannetje rond. Door vlak voor de geslachtsopening voorzichtig met een vinger op de buik te drukken, wordt de penis zichtbaar.

Hoe is te zien of een cavia ziek is

Niet of heel langzaam eten; Vermageren (weeg de cavia regelmatig); Diep liggende ogen; Stil in een hoekje zitten, soms met de haren overeind; Kwijlen: rondom de bek en op de borst is het nat; Diarree; Moeilijk lopen; Jeuk, veel krabben, veel onrust en soms kale plekken.

Wat te doen als de cavia ziek is

Raadpleeg een dierenarts; veel ziekten gaan niet vanzelf over en zijn moeilijker te genezen naarmate ze langer bestaan.