• Een nieuw huisdier

Wat je moet weten bij aanschaf van huisdier

Of je nu al een huisdier hebt of van plan bent een huisdier aan te schaffen, wij staan voor je klaar. Van controles en vaccinaties tot advies over voeding en verzorging.


Wij helpen je graag.
Samen zorgen we ervoor dat jouw hond, kat, konijn of ander dier gezond en gelukkig blijft.

De aanschaf van een hond als huisdier

Er bestaan wereldwijd ruim 350 verschillende honden rassen.
Elk ras heeft zijn unieke eigenschappen.

Bij het maken van een keuze voor hond dient u niet alleen rekening te houden met het uiterlijk van een hond.Juis t moet er goed gekeken worden naar de unieke eigenschappen van een ras. Wat past het best bij uw persoonlijke situatie en wat zoekt uw in een hond.

Laat u bij deze keuze goed informeren!
De gemiddelde leeftijd van een hond is ongeveer 12 jaar (de kleinere honden worden wat ouder, de grotere wat minder oud).
Je neemt dus een verantwoordelijkheid voor jaren.

Je kunt ons altijd om advies vragen. Wij wensen je alvast veel plezier met uw trouwe viervoeter.

Wij helpen je o.a. met:

Naast jaarlijkse entingen is een jaarlijks bezoek aan de dierenarts aanbevolen voor de algehele controle van uw dier. Mogelijk komen gezondheidsproblemen zo eerder aan het licht.
Een pup
Een pup kan op 6 weken leeftijd een enting krijgen tegen parvo en hondeziekte. Deze enting wordt meestal al bij de fokker gegeven. Wij enten de pup dan weer op een leeftijd van 9 weken en 12 weken. Daarmee zijn ze beschermd tegen parvo, ziekte van Weil, hondeziekte en HCC, een leverziekte.

Volwassen honden
Volwassen honden moeten jaarlijks geënt worden. Tussendoor enten wij alleen de ziekte van Weil en Para-Influenza.

Oude honden
Oude honden worden wat meer gevoelig voor ziekten. Juist voor deze groep is enten heel erg belangrijk, evenals de jaarlijkse gezondheidscontrole.

Andere entingen:

Hondsdolheid (rabiës)
De enting tegen Hondsdolheid is nodig wanneer de hond de grens over gaat.

Kennelhoest
Kennelhoest is een verzamelnaam voor elke besmettelijke keelontsteking. Tegen het paraïnfluenzavirus en de Bordetella-bacterie, is een enting beschikbaar. De enting wordt éénmaal per jaar toegediend in de vorm van een neusdruppel of oraal.

Waarom en wanneer is castratie zinvol?
Castratie kan medisch nuttig zijn om teelbalkanker en prostaatontstekingen te voorkomen en de kans op voorhuidontstekingen te verkleinen. Vaak wordt castratie echter om gedragsredenen uitgevoerd, zoals het verminderen van dominantie, territoriaal gedrag en agressie naar andere reuen.

Er zijn nadelen, zoals meer eetlust (en risico op gewichtstoename) en veranderingen in de vacht, vooral bij langharige honden. We adviseren regelmatig wegen en het aanpassen van de voeding.

Castratie is mogelijk vanaf 6 maanden, afhankelijk van de grootte en het ras van de hond. Bij twijfel kan een tijdelijk implantaat een goed alternatief zijn om te testen hoe castratie zou uitpakken.

Na de operatie blijft de hond enkele uren ter observatie. Zorg thuis voor rust, beperkt uitlaten en kleine maaltijden op de dag van de ingreep. Bij vragen of problemen, neem gerust contact met ons op!

Loopsheid begint bij kleine honden rond 7 maanden, bij grote rassen vaak later. Loopsheid duurt 2-3 weken en vindt 2 keer per jaar plaats. Rond dag 8-18 is de hond vruchtbaar en kan ze onrustig en ongehoorzaam zijn. Na de loopsheid kan schijnzwangerschap optreden, wat vanzelf overgaat of met medicatie kan worden behandeld.

Waarom steriliseren?
Sterilisatie voorkomt loopsheid, schijnzwangerschap en baarmoederontstekingen, verlaagt de kans op diabetes en kwaadaardige melkklierkanker, en voorkomt goedaardige melkkliergezwellen. Nadelen zijn mogelijk gewichtstoename, veranderde vachtstructuur en een iets verhoogde kans op urine-incontinentie, vooral bij grote honden.

Wanneer?
Sterilisatie wordt aangeraden 3 maanden na de eerste loopsheid. Dit beperkt risico’s en beschermt tegen gezwellen.

De operatie
De hond moet nuchter zijn. Via een kleine snee worden de eierstokken verwijderd; hechtingen lossen vanzelf op. Rust is nodig gedurende 10-14 dagen. We bieden pijnstilling en een Pet-shirt indien nodig. Neem contact op bij klachten.

De pil wordt enkel nog gebruikt als morning-afterinjectie bij ongewenste dekking vanwege bijwerkingen.

Kim den besten

Dierenarts

Heb je vragen? Wij helpen je graag!

Een kat als huisdier

De kat is ontzettend populair als huisdier, ongeveer de helft van de huisdiereigenaren in Nederland heeft een kat.

Naast de bekende huiskat, ook wel Europese korthaar genoemd, zijn er nog een veertig tal rassen. Ieder ras heeft zijn eigen kenmerken. Als u voor een raskat kiest kijk dan goed naar deze kenmerken, wat past bij u en bij uw gezinssituatie.

Laat u bij deze keuze goed informeren!
Katten kunnen gemiddeld wel 17 jaar oud worden, de keuze maakt u dus voor jaren. Je kunt ons altijd om advies vragen. Wij wensen je alvast veel plezier met je huisdier.

Overweegt u de aanschaf van een kat denk ook na over de aanschaf van een asiel kat. Er komen jaarlijks ruim 45 duizend katten in asielen terecht, niet alleen volwassen katten maar ook kittens.

Wij helpen je o.a. met:

Kittens
Kittens kunnen voor het eerst worden geënt als ze 9 weken oud zijn. Een tweede enting krijgen ze als ze 12 weken oud zijn.

volwassen katten
Daarna moeten volwassen katten ieder jaar worden geënt, waarbij tevens een APK (Algemene Poezen Keuring) wordt uitgevoerd. Wij kunnen de kat dan ook voor u ontwormen.

Katten worden geënt tegen katten- en niesziekte en eventueel Bordetella en Chlamydia.

Kattenziekte:
Kattenziekte wordt veroorzaakt door een parvovirus en die veroorzaakt een ernstige, bloederige diarree met soms blijvende schade. Bij jonge – of verzwakte katten verloopt de ziekte meestal dodelijk. De enting tegen kattenziekte hoeft maar om het jaar gegeven te worden. Het is wel van belang om even na te gaan of het pension hiermee akkoord gaat.

Niesziekte:
De verschijnselen van niesziekte zijn, behalve veel niesen:
–    ernstig ontstoken en opgezwollen ogen
–    veel gesnotter
–    hoge koorts
–    blaren en ontstekingen in de bek
–    soms blijvende beschadigingen van de ogen en blijvende beschadiging van de neus en nevenholten. Katten gaan er meestal niet aan dood, maar ze kunnen er hun hele verdere leven last van houden.

De enting tegen niesziekte moet jaarlijks gegeven worden. De inenting beschermt behoorlijk goed tegen de echte niesziekte (Herpes- en Calicivirus), maar niet tegen alle verkoudheden die ook gepaard gaan met niesen. Dieren die in pension gaan moeten zeker goed ingeënt zijn. Het is verstandig dat de enting dan niet langer dan 6 maanden geleden is gegeven. Gezonde katten die jaarlijks geënt worden tegen niesziekte, zullen geen blijvende schade van deze virussen ondervinden, ook al komen ze ermee in aanraking.

Bordetella:
Dit is een hardnekkige infectie van de keel en de luchtwegen. Vooral voor katten die in pensions of naar shows gaan, raden wij deze vaccinatie aan. De enting wordt eenmaal per jaar toegediend in de vorm van een neusdruppel, maar niet tegelijk met de andere entingen. Er kan het beste 3 weken tussen zitten

Chlamydia: een enting tegen Chlamydia, ook een veroorzaker van oogontstekingen en verkoudheid, heeft als nadeel dat de bacterie in milde vorm aanwezig blijft in de kat en zo andere katten kan besmetten. Deze enting kan in bepaalde omstandigheden zinvol zijn, maar wordt niet routinematig gegeven.

Er zijn meerdere redenen waarom geboortebeperking bij katten een verstandige zaak is.

Kattenoverschot: er is kattenoverschot, de asiels zitten vaak boordevol.

Vechten en zwerven: ook het gedrag van ongecastreerde katten is aanleiding voor geboorte beperkende maatregelen. Ongecastreerde katers zijn immers veel op pad en proberen hun territorium te verdedigen door te vechten met andere katten.

Ziekten overbrengen: hierdoor lopen zij de kans op verwondingen, ontstekingen (abcessen) en infecties. Het is niet verwonderlijk dat oudere, ongecastreerde katers vaak besmet zijn met virussen als Kattenaids en leucose. Door middel van krab- en bijtwonden, maar ook door het dekken van poezen, brengen ze deze ziekten over op andere katten.

Overlast: om hun territorium af te bakenen sproeien katers, zowel buiten als binnen, hun stinkende urine.
Poezen die niet gecastreerd zijn worden elke twee tot vier weken krols. Dat kan enkele dagen tot een week duren. Krolse poezen zijn zeer aanhalig, proberen te ontsnappen en mauwen en schreeuwen veel, vooral ’s nachts.

Hoe voorkomt u dat uw poes een nestje krijgt?
Om te voorkomen dat uw poes een nestje krijgt of om het ongewenste gedrag van niet gecastreerde katten tegen te gaan kunt u drie maatregelen nemen: poezen en katers (gescheiden!) binnen houden, de ‘poezenpil’ halen bij uw dierenarts of besluiten tot een operatie.
Hieronder zijn enkele maatregelen beschreven.

Poezen en katers binnen houden
Dit komt erop neer dat de kat altijd binnen zal moeten blijven. U kunt hiermee echter de nadelen van hun natuurlijke gedrag (sproeien, zeuren) niet voorkomen. Binnenshuis kan dit veel problemen geven.

De operatie
De operatieve ingreep is in principe zowel bij de poes als de kater een ‘castratie’ . Bij de kater worden de zaadballen verwijderd en bij de poes de eierstokken. Ze zijn dan definitief onvruchtbaar en vertonnen ook geen hormonaal gedrag meer, zoals krols gedrag of stinkende urine sproeien. Bij een sterilisatie worden de zaadstreng of de eileider alleen afgebonden. Het dier zou dan onvruchtbaar zijn, maar vertoont nog steeds sexueel gedrag. Juist omdat dit niet gewenst is, wordt een ‘sterilisatie’ vrijwel nooit gedaan. Maar voor het onderscheid noemen we de ingreep bij poezen toch vaak nog wel ‘sterilisatie’, alhoewel deze term niet juist is

Bij de poes houdt de ingreep in dat de buik wordt geopend. De eierstokken, en zo nodig ook de baarmoeder, worden verwijderd. Vanzelfsprekend gebeurt dit onder volledige narcose. We zorgen voor een goede pijnstilling tijdens en ook 5 dagen na de operatie, zodat het herstel spoedig verloopt. De hechtingen mogen meestal na ongeveer tien dagen verwijderd worden. Daarna mag de poes weer ‘alles’ doen.
Bij de kater is de ingreep relatief eenvoudig. Onder narcose worden door een klein sneetje in het balzakje de testikels verwijderd. Hechtingen zijn hierbij niet nodig, maar een goede pijnstilling is wel belangrijk. Na 2 dagen mag hij weer alles doen.

Voor en na de operatie

Nuchter: De kat moet vóór de operatie nuchter zijn, dat wil zeggen dat hij/zij vanaf de late avond voor de operatie niet meer mag eten. Water drinken moet nog wel mogelijk zijn. Houd het dier dan ook de nacht voor de operatie binnen en haal al het eten weg, ook de brokjes. Heeft het dier onverhoopt toch iets gegeten, vergeet dat dan niet te melden als u hem/haar brengt.

Na de operatie staat uw kat vaak nog een beetje wankel op de pootjes. Hij/zij kan zich bezeren door bijvoorbeeld ergens vanaf te vallen. Voorkom dat door hem/haar in de gaten te houden tot hij/zij volledig wakker is. Dat is meestal halverwege de middag.
Dat is ook het moment waarop ze weer mogen eten en drinken.

Binnenhouden: Om zeker te zijn dat het dier volledig van de narcose hersteld is en veilig buiten kan lopen, doet u er wellicht verstandig aan de kat twee dagen binnen te houden. Na één dag moet er weer gedronken worden, na twee dagen moet de eetlust weer terug zijn. Als dit niet het geval is, neem dat contact op met uw dierenarts. Doe dat ook als de wond na bloedt of sterk gezwollen is. Bij poezen ontstaat er soms na 2 dagen een zwelling onder de hechtingen. Die is zacht en niet pijnlijk en kan wel eigroot zijn. Deze zwelling trekt vanzelf weg, maar bel ons toch even voor de zekerheid.

Vanaf welke leeftijd castreren?

Het is een misverstand dat het beter is voor een poes om eerst een nestje te krijgen of eerst krols te worden, voordat ze geopereerd wordt! Jonge poezen kunnen namelijk al worden gecastreerd als ze vier maanden zijn. Wachten tot zes maanden leeftijd heeft de voorkeur. Het risico van de narcose is dan kleiner. Het kan alleen wel zo zijn dat een poes vóór die leeftijd al krols is. Houd dit goed in de gaten en overleg het met ons. Als uw poes net een nestje heeft gehad en u wilt haar laten
castreren om te voorkomen dat ze meer nestjes krijgt, laat haar dan ongeveer zes weken na de bevalling opereren. De jongen kunnen dan wel even zonder hun moeder en zelfstandig eten. En zo voorkomt u dat ze weer krols en opnieuw gedekt wordt.

Een kater wordt bij voorkeur vanaf de leeftijd van ongeveer zes maanden gecastreerd. Katers van grote rassen, zoals de Main Coon, castreren we liever 2 of 3 maanden later.

Dikker worden
Na de castratie kunnen katten gemakkelijk dik worden. Deels komt dat omdat de stofwisseling wat vertraagt, deels omdat ze dan ook over hun grootste groei heen zijn. Ze beginnen het teveel aan calorieën als vet op te slaan, in hun buik, of in de huidplooien onder de buik. ‘Deze hangbuik’ komt niet door de hechtingen. Als katten dikker worden, worden ze ook slomer en dat helpt niet om ze op gewicht te houden. Geef het dier beperkt eten (juist ook de brokjes!) en weeg de hoeveelheid voedsel dagelijks af. Zo kunt u bijsturen. Houd het gewicht in de gaten door regelmatig uw kat te wegen.

De poezenpil
De poezenpil is een hormoontabletje dat op vaste tijdstippen moet worden gegeven, meestal één keer per week. De poezenpil is betrouwbaar tenzij hij wordt vergeten of als de poes hem uitspuugt; de kans bestaat dat het dier alsnog krols wordt en eventueel bevrucht.
Aan de poezenpil zitten ook gezondheidsrisico’s: er bestaat meer kans op een baarmoederontsteking en de vorming van kanker in de melkklieren. Dit zien we pas wanneer de poes als ze 10 jaar of ouder is. Deze vorm van kanker is heel agressief en om deze reden raden we het gebruik van de poezenpil dringend af.

Is mijn kat gezond?

U kent uw kat goed in al zijn gedragingen, zijn eet- en drinkgewoontes en sociale contacten. Wanneer daar veranderingen in komen, zijn die in het begin soms maar gering en in veel gevallen gaan ze na een paar dagen weer over. Maar als ze blijven of verergeren, kan het goed zijn dat uw kat ziek is. Hier leest u wat de ziekteverschijnselen zijn die u aan uw kat kunt zien. Hoewel katten meesters zijn in het verbergen van ziekte, is het bij goed observeren al gauw duidelijk dat er iets aan de hand is.

12 tekenen van ziekte:

Meer drinken dan normaal:

Katten drinken van nature niet veel. Het soort voer wat ze eten (nat of droogvoer) en de individuele waterbehoefte van het dier, zorgen voor een min of meer vast drinkpatroon. Weinig drinken is bij katten meestal geen klacht, maar méér drinken dan u van uw kat gewend bent, is een opvallend en belangrijk symptoom. Ineens veel belangstelling hebben voor de waterbak of vaker drinken uit plantenschoteltjes en vogelbadjes en natuurlijk vaker plassen, kan een aanwijzing zijn dat er iets mis is. Melk drinken wordt niet beschouwd als veel drinken, dat vinden ze gewoon lekker; het is eigenlijk eten.

Een opvallende verandering in eetlust:

Dit houdt aan de ene kant in dat uw kat minder eet dan u gewend bent, of kieskeuriger wordt en steeds een nieuw voertje wil (ze ‘lust’ ineens het gewone voer niet meer), maar ook een toegenomen eetlust kan een symptoom zijn, vooral als dat gepaard gaat met gewichtsverlies. Bij plotseling stoppen met eten kunnen ze koorts hebben of een probleem met hun bek, maar juist bij een opvallend toegenomen eetlust gaat het heel vaak om een ernstiger ziekte. Het is raadzaam om dit niet te lang af te wachten. Een kat die stopt met eten kan heel snel last krijgen van een leververvetting, een oplossing van het probleem heeft haast, dit kunt u niet lang afwachten.

Stoppen met wassen:

Zieke katten wassen zich niet of nauwelijks. Hun haren zitten niet meer mooi, ze krijgen schilfers of klitten. Katten die wel hun voorpoten en kop wassen maar niet hun rug, kunnen dit niet omdat ze te dik zijn of omdat het te pijnlijk is (denk aan rugklachten). Wanneer een kat zich juist overdreven wast en zichzelf de haren uittrekt, is dit een aanwijzing voor jeuk door bijvoorbeeld vlooien, of een allergie.

Gewichtsverlies:

Zomaar ineens afvallen zonder dat er een reden voor is (dieet, zwerven) en vaak met een goede eetlust, is een teken dat er iets mis is. Bij het aaien van de kat voelt u de werveltjes en heupbeenderen uitsteken, de kop wordt spits en de huid voelt te ruim aan. Overigens kan een plotselinge toename van het gewicht ook betekenen dat er iets aan de hand is.

 Knobbels en verdikkingen:

Katten die veel tijd buiten doorbrengen kunnen verwondingen oplopen die vaak abscessen worden. Ze zitten vooral op de kop en boven de staart of aan de voeten. Als ze groter worden, krijg het dier koorts, stopt met eten en wordt sloom. Knobbels die langzaam ontstaan kunnen gezwellen zijn en moeten worden onderzocht.

Vieze adem:

Nu hebben katten niet altijd een frisse adem, maar wanneer ze een echt vieze ademlucht hebben, is er een probleem in de bek. Dit kan een tandvleesontsteking zijn, een vies gebit of een verwonding en zelfs een tumor. Vaak is er pijn bij het onderzoeken van de bek. De eetlust kan overigens volkomen normaal zijn.

Benauwdheid:

Een bemoeilijkte ademhaling is niet altijd goed te zien, vaak is de kat wat minder actief. Een verstopte neus, niesen, hoest of een versnelde ademhaling kan een verschijnsel zijn. Ademhalen met de bek open is een alarmerend verschijnsel waarmee u snel naar een dierenarts moet gaan.

Verschijnselen van pijn:

Katten laten pijn niet goed zien, tenzij je weet waar je op moet letten. Ze trekken zich wat meer terug of slapen meer. Soms slapen ze in een afwijkende houding. Gewrichtspijnen of rugpijn maakt dat ze niet meer zo goed durven te springen. Andere aanduidingen zijn: zich op bepaalde plekken minder wassen (vooral op de rug) en een overmatige en boze reactie op aanrakingen en borstelen. Klagen doen ze eigenlijk niet, behalve in geval van ernstige en acute pijn.

Gedragsveranderingen:

Dit is vaak de eerste aanwijzing dat er iets aan de hand is met uw kat. Minder contact met u zoeken, terugtrekken, veel slapen, meer drinken, onzindelijkheid en plassen in huis, boosheid, stoppen met spelen, ineens op andere plekken gaan slapen of kieskeurig worden met eten. Vaak wordt in dit geval gedacht dat de kat ineens zijn eten niet meer lust, maar eigenlijk is het een teken dat er een medisch probleem is. Ook kan de kat juist hyperactief zijn terwijl hij normaal altijd zo rustig is. Dit is vooral bij katten boven de 10 jaar verdacht.

Veranderde slaapgewoonte:

Meer slapen dan normaal of op andere plekken, terwijl ze anders actief zijn. Maar ook minder slapen dan u van uw kat gewend bent, onvermogen om zich te ontspannen en lekker te slapen, kan een teken van ziekte zijn.

Afwijkend bakgedrag:

Omdat blaasproblemen bij katten veel voorkomen, is goed om op de verschijnselen te letten: plassen naast de bak, vaak naar de bak gaan, afwijkende kleur en geur van de urine en vooral van de hoeveelheid. Veel kleine plasjes doen is een teken dat er iets aan de hand is, maar als de kat helemaal niet meer kan plassen, is snelle hulp door een dierenarts geboden. Een verstopte blaas leidt snel tot andere verschijnselen zoals veel pijn en klagelijk miauwen, verlies van eetlust en braken. Oudere katten hebben soms moeite om hun ontlasting kwijt te raken.

Veranderingen in sociaal gedrag:

Minder contact zoeken, verstoppen, veel binnen blijven of juist veel meer dan normaal naar buiten gaan.

Konijnen en knaagdieren

Een dier en de verzorging daarvan geeft gezelschap, liefde en vreugde.

Veel dieren als een konijn of cavia kunnen zowel binnen als buiten gehouden worden. De meeste dieren zijn niet graag alleen, ze hebben graag een maatje om lief te hebben. En optillen vinden ze meestal niet fijn!

Laat u bij deze keuze goed informeren!
Een parkiet, agapornis of een cavia bijvoorbeeld kunnen wel 10-15 jaar oud worden, de keuze maakt u dus voor jaren. Je kunt ons altijd om advies vragen. Wij wensen je alvast veel plezier met je huisdier.

Overweeg je de aanschaf van konijnen? Een konijnenopvang kan jou helpen met het zoeken naar een geschikt maatje voor jou konijn